Om het samenspel tussen emotie en cognitie te begrijpen moeten we eerst naar het begrip “sociale cognitie” kijken, de manier waarop mensen waarnemen en denken. Emotie en cognitie komen hierbij samen. Later zal ik uitleggen dat emotie en cognitie door belangrijke onderzoekers “systeem 1” en “systeem 2” worden genoemd.
Sociale cognitie is een belangrijk begrip uit de sociale psychologie. Het betekent dat menselijke perceptie en denken sterk bepaald wordt door sociale relaties. Natuurlijk gaat sociale cognitie over het waarnemen en interpreteren van het gedrag van anderen. Maar sociale denkprocessen gaan veel verder en omvatten ook een groot gedeelte van de perceptie van dingen en feiten.
Hoe kunnen psychologische inzichten helpen, om milieuvriendelijk en duurzaam gedrag te ondersteunen? Resultaten uit sociaalpsychologisch onderzoek over sociale invloed, duurzaamheid, gedrag en gedragsverandering geven aanwijzingen.
Veel mensen hebben last van psychische klachten zoals depressies zonder dat er sprake is van een echte “stoornis” (diagnose DSM). Bij bijna al deze mensen spelen lifestyle-factoren zoals bewegen, eten en slapen een rol, zelfs al worden de klachten niet primair hierdoor veroorzaakt. Maar mensen die niet lekker in hun vel zitten, bewegen, eten en slapen als gevolg van hun primaire klachten vaak slechter. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel: het lichaam maakt stresshormonen (cortisol) aan, die de klachten verergeren of in stand houden. Lifestyle-interventies kunnen helpen om dit te overkomen.
Als psycholoog, docent en coach interesseer ik me voor de motivatie van mensen, en interesseer ik me ervoor hoe de intrinsieke motivatie, dus de innerlijke drive van mensen, het beste kan worden ondersteund.
Intrinsieke motivatie is de liefde voor de taak zelf – iets doen omdat het interessant, plezierig, bevredigend, boeiend of persoonlijk uitdagend is. Intrinsieke motivatoren zijn interesse, plezier, of de tevredenheid en de uitdaging van het werk zelf. Men heeft geen ander doel voor ogen dan de taak, en men hoeft deze taak ook niet per se goed uit te voeren. De voldoening ligt in het gedrag zelf.
In haar column Realiteit, een wankel construct laat psychiater en politica Esther van Fenema zien, dat er een overlap is tussen hallucinaties en waanvoorstellingen van psychiatrische patiënten en van “gezonde” mensen. Inderdaad, waanzin is menselijk en ook niet-psychotische mensen kennen grenssituaties onder invloed van drugs, alcohol of angst, waar de waarnemingen de realiteit helemaal niet spiegelen. En ook de alledaagse waarneming is door een scala van sociale en emotionele interpretaties en fouten (biases) gekleurd. Feiten en meningen lopen door elkaar heen.
Als docent sociale psychologie en geïnteresseerd in de de psychologie van de radicalisering kijk ik vanavond met interesse naar de vierde aflevering van de beroemde serie van Steven SpielbergWhy we hate(Human, 22:10 op NPO 2). Deze aflevering gaat over radicalisering. Extremisme-expert en CEO van het Institute for Strategic Dialogue (ISD) Sasha Havlicek onderzoekt hier wat mensen aantrekt in ideologieën die haat en geweld aanwakkeren.
Een manier om zelfkennis op te doen is introspectie, het “naar binnen kijken”: stilstaan en interne toestanden waarnemen, zowel mentale als ook emotionele. Dit soort introspectie lijkt de eenvoudigste en meest voor de hand liggende manier te zijn om zelfkennis vergroten – het lijkt vanzelf te spreken dat iedereen zichzelf het beste onder de loep kan nemen en nadenken over de redenen voor de eigen gevoelens of gedragingen.
Maar onderzoek laat zien dat mensen zichzelf vaak minder goed kennen dan ze denken.
Daar liggen meerdere redenen aan ten grondslag.
Mensen verwerken voortdurend veel informatie tegelijk. Veel informatie wordt automatisch en dus zonder bewustzijn verwerkt. Zo zijn mensen zich vaak niet bewust van de meest directe oorzaken van hun gedachten of gedrag, zoals talloze experimenten laten zien.
Introspectie is ook beperkt, omdat mensen meestal gemotiveerd zijn ongewenste en onaangename gedachten en ervaringen uit het geheugen of bewustzijn te houden. Toch zijn deze gedachten en ervaringen van invloed op hun gedrag.
Een derde probleem is dat mensen de neiging hebben hun positieve eigenschappen te overschatten. De meeste mensen (en vooral ook de meest gezonde personen!) denken dat ze beter zijn dan gemiddeld – aantrekkelijker, vaardiger of sportiever – en betere beslissingen nemen, hoewel het statistisch gezien onmogelijk is dat de meeste personen beter zijn dan gemiddeld. Dit wordt “Illusory superiority” genoemd, een systematische cognitieve “bias” (denkfout). Dergelijke illusies kunnen ons helpen ons beter te voelen en actief te zijn en risico’s te nemen. Maar zij hinderen ons in situaties, waar een meer nauwkeurige zelfkennis nuttig zou zijn, bijvoorbeeld bij het kiezen van baan of partner, of als verandering van gedrag noodzakelijk of wenselijk is.
Door de ogen van anderen
We leren veel over onszelf uit de verbale reacties van anderen en door te observeren hoe andere mensen op ons reageren. Het idee dat we leren wie we zijn door onszelf zien door de ogen van anderen is getest in vele studies, maar blijkt te slechts ten dele juist. Mensen zien zich weliswaar zelf zoals zij DENKEN dat anderen hun waarnemen, maar uit onderzoek blijkt dat deze aannames vaak niet goed kloppen met de daadwerkelijke evaluaties van anderen. Andere mensen hebben heel andere informatie beschikbaar over ons dan we zelf. Ze zien ons van buiten door hun eigen bril, gekleurd door hun ervaring en motieven en weten vaak niet hoe we ons werkelijk voelen of wat we denken. Daarom zijn de mensen uit onze omgeving vaak beter in het observeren van waarneembaar gedrag, en zijn onze zelfpercepties beter om interne processen (bijvoorbeeld gevoelens) te beschrijven.
En ook wat de mening van anderen betreft hebben we filters, “biases” en illlusies, zoals een“self-protection bias”, die ons kan hinderen de kritiek of afwijkende mening van anderen waar te nemen of aan te nemen, of de confirmation bias (de tunnelvisie) die maakt dat we vasthouden aan een bepaalde veronderstelling (zoals dat de partner trouw is) ook al is er informatie die dit tegenspreekt.
Ook is het zo dat andere mensen niet altijd eerlijk zijn en dus hun negatieve evaluaties verbergen, om gevoelens niet te kwetsen of conflicten te vermijden.
Zichzelf leren kennen door interactie met de omgeving
We leren onszelf naar mijn mening vooral goed kennen door onze interactie met de omgeving, door de organisatie van kleine of grote projecten. Onze projecten en ons streven naar succes met deze projecten vragen om zelfreflectie, zelfmonitoring, zelfevaluatie, zelfregulatie en zelfcontrole, allemaal concrete aspecten van zelfkennis. De werkelijkheid geeft ons feedback, net zoals ook de mensen met wie we samenwerken. Een dynamisch en steeds groeiend puzzel van zelfkennis ontstaat dan uit zelfreflectie, feedback van anderen, fouten en successen.
Belangrijk deelaspect van emotionele intelligentie: emotiekennis
Emotionele Intelligentie is een begrip uit de populaire psychologie. Dit begrip wordt ook ondersteund door veel academisch onderzoek, al staat nog niet helemaal vast welke eigenschappen of competenties wel of niet bij het overkoepelend begrip “emotionele intelligentie” horen.
In haar nieuwe boek How Emotions Are Made: The Secret Life of the Brain schrijft de bekende emotieonderzoeker Lisa Feldman Barrett over een belangrijk deelaspect van emotionele intelligentie: emotiekennis, in het Engels genoemd “emotion knowlegde” “emotion differentiation” of bij Barrett “emotional granularity”.
Emotiekennis is kennis en begrip van de eigen emotionele ervaringen. Het aantal verschillende emoties die een persoon kan onderscheiden vormt haar kennis van de emotie.
Gelukkig zien we het steeds vaker: betrokken vaders, zorgzame mannelijkheid. Het gedrag van mannen is in de afgelopen decennia langzaam verschoven van nadruk op kostwinnersfunctie naar meer zorgzamheid, met name wat vaderschap betreft.
Veel mensen beschouwen empathie als altijd goed en voorbeeldig. Maar er is ook empathie-kritiek van vooraanstaande psychologen en filosofen.
Empathie-kritiek
In aansluiting aan de psycholoog Paul Bloom pleit ook de Nederlandse filosoof Ignaas Devisch tegen een overschot aan (emotioneel gebaseerde) empathie en voor een meer cognitief gebaseerde compassie:
“…doen wat goed aanvoelt vanuit je empathisch vermogen is niet noodzakelijk gelijk aan zo goed mogelijk doen”
This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Cookie settingsACCEPT
Privacy & Cookies Policy
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these cookies, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may have an effect on your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.