Psychologische basisbehoeften

De zelfdeterminatietheorie

zelfdeterminatietheorie, dat de intrinsieke motivatie van mensen samenhangt met 3 factoren (psychologische basisbehoeften) : autonomie, competentie en saamhorigheid
zelfdeterminatietheorie

De zelfdeterminatietheorie of zelfbeschikkingstheorie (SDT; Ryan en Deci 2017) is uitgegroeid tot een zeer invloedrijke theorie over menselijke motivatie en welzijn met een enorme hoeveelheid wetenschappelijke onderbouwing. Deze theorie is gebaseerd op omvangrijk empirisch onderzoek. Zij biedt een raamwerk voor het begrijpen van de motivationele basis van persoonlijkheid en sociaal gedrag. De theorie omvat ook de relatie van psychologische basisbehoeften tot welzijn, psychologische bloei en groei (“Flourishing”) en hoge levenskwaliteit.

SDT richt zich op uiteenlopende vormen van motivatie om uitkomsten als prestatie, betrokkenheid, vitaliteit en psychologische weerbaarheid te voorspellen. Met name maakt de theorie een verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Maar de theorie is geen zwart-wit model, de theorie beschrijft ook de tussenvormen tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Bijvoorbeeld kan een motivatie oorspronkelijk door ouders of school zijn aangemoedigd, maar de persoon heeft zich deze motivatie bijna volledig eigen gemaakt.

SDT stelt ook dat er universele psychologische basisbehoeften zijn behoeften zijn die universeel bevredigd moeten worden om psychologie groei, integriteit, en welzijn mogelijk te maken. Deze basishoeften zijn: autonomie, competentie en verbondenheid. Ondersteuning van deze basisbehoeften zorgt voor intrinsieke motivatie, bevlogenheid en vitaliteit.

De ondersteuning van basisbehoeften

Autonomie kan op de volgende manier ondersteund worden: link

De basisbehoefte competentie kan op de volgende manier ondersteund worden: link

De basisbehoefte verbondenheid kan op de volgende manier ondersteund worden: link

Onderzoek toont aan, dat ondersteuning van de psychologische basisbehoeften belangrijke gevolgen heeft:

*Duurzame inzetbaarheid:

Onderzoek is er duidelijk over: het ondersteunen van de psychologische basisbehoeften en dus intrinsieke motivatie is de basis voor duurzame inzetbaarheid.

Bevlogenheid:

Mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn meestal (pro)actief, onderzoekend, nieuwsgierig en speels, tonen meer initiatief, volharden bij uitdaging en mislukking en zijn onafhankelijker van bij gebrek aan positieve terugkoppeling.

*Creativiteit

Creativiteit Intrinsieke motivatie spontaniteit originaliteit

Intrinsieke motivatie bevordert spontaniteit, originaliteit, persoonlijke authenticiteit en creativiteit.

*Hoge kwaliteit van leren

Innerlijke gedrevenheid verbetert het conceptuele begrip, actieve informatieverwerking, concentratie en effectief gebruik van leerstrategieën. Intrinsieke motivatie te leren was indirect en positief gerelateerd aan academische prestaties via de betrokkenheid in de klas (Froiland & Worrell, 2016). Het intrinsieke leren komt dichtbij de zogenaamde groei-mindset (Carol Dweck).

*Prestatie vanuit een mastery-mindset

Mastery mindset groei-mindset uitdaging leren feedback positieve psychologie ontwikkeling verbeteren growth mindset

De intrinsiek gemotiveerde medewerker wil dingen leren beheersen (competentie). De meer extrinsiek gemotiveerde medewerker kijkt naar beoordeling van buiten, naar status en bevestiging. Dat is niet in alle gevallen slecht, maar extrinsiek gemotiveerde mensen zijn minder creatief en op den dur minder gezond en kunnen bovendien anderen niet goed in hun bevlogenheid aanmoedigen. Moderne organisaties zijn op zoek naar medewerkers met een intrinsieke mastery-mindset.

*Welzijn en gezondheid:

Mentale weerbaarheid en gezondheid welbevinden wandelcoach Den Haag cognitieve, emotionele en sociale vaardigheden die iemand in staat stellen een zinvol, lerend en productief leven te leiden en succesvol verschillende sociale rollen en functies te vervullen gedurende de verschillende stadia in diens levensloop
Mentale weerbaarheid en gezondheid

intrinsiek gemotiveerde mensen presteren meestal goed en genieten van wat ze doen, zijn gelukkiger, productiever en minder angstig en rapporteren hogere niveaus van levenstevredenheid en eigenwaarde. Te weinig innerlijke gedrevenheid en ontbreken van autonomie, competentie en saamhorigheid kan daarentegen bijdragen aan een burn-out (Rawolle et al., 2016).

*Buffer tegen werkstress

Binnen het ook in Nederland onderzochte belangrijke Job-Demand-Resources model wordt intrinsieke motivatie als “resource” opgevat, dus als een element dat een buffer tegen werkstress opbouwt. Om deze reden is het vervullen van psychologische behoeften en het creëren van intrinsieke motivatie en daarmee “engagement”, dus bevlogenheid, ook een belangrijk element van job crafting.

SDT en positieve psychologie

De zelfdeterminatietheorie heeft een sterke overlap met de positieve psychologie, ook al is de historische ontwikkeling van deze twee richtingen verschillend. De humanistische zelfdeterminatietheorie was er al eerder. Richard Ryan, naast Edward Deci één van de twee wetenschappers, die de zelfdeterminatietheorie hebben ontwikkeld, werkt dan ook aan het “Institute for Positive Psychology & Education”.

In vergelijking met de delen van de positieve psychologie, die zich voral op positief denken richten, is de zelfdeterminatietheorie meer gericht op gedrag. Denkbeelden zoals een positief zelfbeeld spelen in de SDT geen grote rol. Het is belangrijker om op groei, leren en ontwikkelen gericht te zijn, dan op een positief zelfbeeld. Een persoon die op groei en “mastery” gericht is, zal een impliciet positief zelfbeeld hebben, zonder dit tot doel te maken. Hetzelfde geldt voor autonomie: autonomie heeft een overlap met de attributietheorie en de zogenaamde “locus of control“. Maar autonomie is ook verankerd in de realiteit en in gedrag, is niet puur cognitief.

Psychologische en fysiologische behoeften

Anders dan de (wetenschappelijk niet bewezen) theorie van Maslow, gaat de zelfdeterminatietheorie er niet van uit, das fysiologische behoeften belangrijker of meer “basic” zijn dan psychologische behoeftes. Mensen kunnen honger of moeheid tolereren, als zij hoog gemotiveerd zijn. Andersom lijden eetpatronen en slaap onder een psychologische burnout. Er is dus veel wisselwerking tussen psychologische en fysiologische behoeften. Beide domeinen van behoeften zijn essentieel voor ons welzijn.

Literatuur

Ryan, R., & Deci, E. (2017). Self-determination theory : Basic psychological needs in motivation, development, and wellness.

Ryan, R. (2019). The Oxford handbook of human motivation (Second ed., Oxford handbooks online).

Ryan, R. M., Deci, E. L., Vansteenkiste, M., & Soenens, B. (2021). Building a science of motivated persons: Self-determination theory’s empirical approach to human experience and the regulation of behavior. Motivation Science7(2), 97.

Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2022). Self-determination theory. In Encyclopedia of quality of life and well-being research (pp. 1-7). Cham: Springer International Publishing.

Minder piekeren, meer zelfcompassie

Negativiteitsbias angst bedreiging gevaar  cognitie bias zorgen piekeren tobben stress depressie gedachten pessimisme relaties emotie gedrag
negativiteitsbias

Alle mensen piekeren af en toe. Het menselijk leven is soms moeilijk. De ontwikkeling van onze hersenen in een gevaarlijke omgeving heeft ertoe geleid, dat wij mensen een zo genaamde negativiteitsbias hebben. Dit is een cognitieve bias die ertoe leidt dat ongunstige gebeurtenissen een grotere invloed hebben op onze psychologische toestand dan positieve gebeurtenissen. De negativiteitsbias treedt zelfs op wanneer ongunstige gebeurtenissen en positieve gebeurtenissen even sterk  zijn. Dat betekent dat we negatieve gebeurtenissen intenser voelen.

Dit is één van de redenen dat we makkelijk piekeren. (De andere reden is, dat we soms niet makkelijk tot actie kunnen komen).

Mensen zijn geneigd zijn meer aandacht te besteden aan negatieve informatie en negatieve ervaringen dan aan positieve. Mensen vinden negatieve informatie ook belangrijker dan positieve. Deze negativiteitsbias verschijnt op verschillende gebieden, b.v. emotie, geheugen, aandacht en besluitvorming. Hoewel de exacte evolutionaire oorsprong van de negativiteitsbias niet volledig wordt begrepen, zijn er verschillende theorieën die proberen te verklaren hoe deze bias zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld.

Lees verder “Minder piekeren, meer zelfcompassie”

Burn-out en werkstress

Burn-out chronische stress

Werkstress en burn-out (-klachten) nemen toe. Veel mensen voelen zich overbelast. De Covid-19-periode heeft overal tot veel extra uitval van werknemers en dus sterkere belasting van de werkende collega`s geleid.

Ee zijn verschillende definities en zienswijzen wat burn-out is.

WHO

De WHO beschrijft burn-out als een “beroepsfenomeen”. (International Classification of Diseases, ICD-11). Burnout is hierbij niet geclassificeerd als een medische aandoening.

Chronische stress of burn-out wordt in ICD-11 als volgt gedefinieerd:

Burn-out is een syndroom dat een gevolg is van chronische stress op de werkplek. Dit burn-out-syndroom wordt gekenmerkt door drie dimensies:

  • gevoelens van overspanning of uitputting;
  • toegenomen mentale afstand tot het werk, of gevoelens van negativisme of cynisme gerelateerd aan het werk; en
  • verminderde professionele effectiviteit.

Burn-out verwijst volgens de WHO specifiek naar fenomenen in de beroepscontext en mag als diagnose niet worden toegepast om ervaringen in andere levensdomeinen te beschrijven. Dit is een nadeel: veel mensen ervaren juist een dubbele overbelasting zowel op het werk als in privé-context. Denk hierbij aan een echtscheiding, overleiden van familieleden of mantelzorg.

Belangrijk is wel, dat volgens de WHO burn-out niet over de symptomen (moeheid, uitputting, angst) wordt gedefinieerd, maar over het ontstaan in de context van het werk. Als men alleen naar de symptomen kijkt, hebben burn-outklachten namelijk een sterke overlap met depressie of angststoornis.

NIP

Het Nederlands Instituut van Psychologen geeft de volgende definitie:

“Burn-out is een werk gerelateerde staat van uitputting die gekenmerkt wordt door extreme vermoeidheid, verminderde vaardigheid in het regelen van emoties en cognitieve processen en mentale afstand. Deze vier kerndimensies gaan gepaard met een depressieve stemming, psychische spanningsklachten- zoals slaapproblemen, piekeren of paniekaanvallen, en met gedragsmatige en psychosomatische spanningsklachten. Burn-out wordt veroorzaakt door een onbalans tussen hoge eisen en onvoldoende energiebronnen in de werkomgeving enerzijds en de draagkracht van de werknemer anderzijds.”

NHG

Het Nederlands Huisartsengenootschap eeft volgende definities (samenvatting):

Overspanning (surmenage)

Aanwezigheid van de volgende vier criteria:

  • spanningsklachten: ten minste drie van de volgende klachten: moeheid, gestoorde/onrustige slaap, prikkelbaarheid, niet tegen drukte/lawaai kunnen, labiliteit, piekeren, gejaagd gevoel, concentratieproblemen/vergeetachtigheid;
  • controleverlies: gevoelens van controleverlies en/of machteloosheid;
  • disfunctioneren: significante beperkingen in het beroepsmatig en/of sociaal functioneren;
  • bovengenoemde drie verschijnselen zijn niet uitsluitend het gevolg van een psychiatrische stoornis

Burn-out

Overspanning waarbij de klachten minstens zes maanden aanwezig zijn en moeheid en uitputting op de voorgrond staan.

Behandeling

Fase 1: lichamelijke interventies

Bij burn-out behandeling staan in het begin de ontregelde lichaamsprocessen in de voorgrond. Dat betekent aandacht voor slaap, beweging, voeding en ontspanningstechnieken.

Fase 2: Problemen oplossen

Als de client beter beweegt, slaapt en ontspant kunnen de gesprekken gaan over veranderingen op de werkplek: welke problemen spelen er, hoe kan de client verandering organiseren, sociale steun mobiliseren? Hoe kan de communicatie en de planning worden verbeterd?

Re-integratie

gedragsverandering in kleine stappen

In samenwerking met bedrijfsarts en werkplek wordt een langzame re-integratie uitgestippeld. Kleine stappen, die niet te veel angst wekken. Belangrijk is, dat mensen niet te lang afwezig zijn van de werkplek. Re-integratie wordt namelijk na een lange afwezigheid veel moeilijker.

Goed reageren op kwetsende opmerkingen

We hebben allemaal te maken met onvriendelijke of kwetsende opmerkingen van anderen. Dit zijn opmerkingen die onschuldig of onbedoeld lijken, maar pijn of verdriet kunnen veroorzaken bij degene die ze hoort. Vaak gaan dergelijke opmerkingen verkleed als onschuldige observatie. Maar onuitgesproken is er een negatieve betekenis of negatief oordeel:

Micro-agressies

microagressies
microagressies

Dit zijn subtiele of indirecte uitingen van vooroordelen of discriminatie van een gemarginaliseerde groep, zoals gekleurde mensen, LGBTQ+ mensen, vrouwen, mensen met een handicap, enz. Bijvoorbeeld, zeggen “Je spreekt heel goed Nederlands” tegen iemand die geen moedertaalspreker is, of vragen “Waar kom je eigenlijk vandaan?” tegen iemand die staatsburger is van het land waar hij of zij woont. Deze opmerkingen impliceren dat de persoon niet volledig wordt geaccepteerd of gerespecteerd als lid van de samenleving.

Lees verder “Goed reageren op kwetsende opmerkingen”

Feedback geven en ontvangen

Feedback geven en ontvangen is een moeilijke kunst.

Commentaar leveren ten opzichte van een medewerker of een ondergeschikte kan op verschillende manieren misgaan. De feedback kan worden opgevat als straf, als bedreiging of als niet passend in een bepaalde situatie of in een bepaalde relatie.

intrinsieke motivatie

Het beste uitgangspunt voor een constructief commentaar is in de zelfdeterminatietheorie te vinden, de beste hedendaagse motivatietheorie. Volgens de zelfdeterminatietheorie moet de intrinsieke motivatie van mensen worden ondersteund. Dit gebeurt als de menselijk basisbehoeften worden erkend: autonomie, competentie en verbondenheid.

(Deze tekst gaat niet of in mindere mate over het formeel beoordelen van medewerkers of studenten volgens gegeven criteria.)

Lees verder “Feedback geven en ontvangen”

Stressmanagement

Ook al is stress niet altijd een probleem heeft toch iedereen er baat bij om technieken van stressmanagement te leren. “Stress” is een ambivalent gevoel, met positieve en negatieve kanten. In eerste instantie is stress iets dat we nodig hebben om te overleven. De hormonele stressreactie bevleugelt ons en maakt uitzonderlijke prestaties mogelijk. Stress is een bijverschijnling van sterke betrokkenheid, en van de wil om te vechten voor iets.

Kortdurende stress is meestal hetzelfde als een “uitdaging” en kan lichaam en geest aansporen om uitzonderlijke prestaties te leveren.

Mentale mist onder stress

Maar in somige situaties kan stress cognitieve vaardigheden zoals aandacht, concentratie en geheugen negatief beinvloeden. In elk leven zijn er situatie waar men zich van emoties en lichamelijke reacties overweldigd voelt.

In sommige situaties en bij sommige personen werkt onder stress de prefrontale cortex van onze hersenen minder goed. Daardoor is het moeilijk om helder te denken en georganiseerd te ageren. Het is daarom belangrijk om goede technieken voor stressmanagement te leren.

Lees verder “Stressmanagement”

Leefstijl-interventies bij depressieve klachten en stress

Veel mensen hebben last van psychische klachten zoals depressies zonder dat er sprake is van een echte “stoornis” (diagnose DSM). Bij bijna al deze mensen spelen leefstijl-factoren zoals bewegen, eten en slapen een rol, zelfs al worden de klachten niet primair hierdoor veroorzaakt. Maar mensen die niet lekker in hun vel zitten, bewegen, eten en slapen als gevolg van hun primaire klachten vaak slechter. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel: het lichaam maakt stresshormonen (cortisol) aan, die de klachten verergeren of in stand houden. Leefstijl-interventies kunnen helpen om dit te overkomen.

Bewegen eten salpen leefstijl

Lees verder “Leefstijl-interventies bij depressieve klachten en stress”

Faalangst en prestatieangst

Wij willen allemaal graag succesvol zijn: bijvoorbeeld slim, effectief, mooi en aantrekkelijk. We zien overal om ons heen en op social media mensen, die op veel manieren geslaagd en populair zijn. Als we ons veel met anderen vergelijken of met een ideaalbeeld hoe we graag willen zijn, kunnen we makkelijk angstig en verdrietig worden. Ok kan het voorkomen dat we in een moeilijke tijd als te veel van ons gevraagd wordt, faalangst en prestatieangst meemaken.

Sociale vergelijking als bron van angst

Sociale vergelijking als bron van faalangst prestatieangst

Als we onszelf vergelijken met mensen die in bepaalde opzichten beter zijn dan wij, zoals uiterlijk, status of prestaties, kunnen we ons minderwaardig, ontoereikend of onwaardig voelen. We kunnen ook over het hoofd zien dat iedereen zijn eigen unieke omstandigheden, uitdagingen en doelen in het leven heeft. We kunnen onszelf dan beoordelen op basis van onrealistische of oneerlijke normen die niet ons ware potentieel weerspiegelen.

Leren van een voorbeeld

Sociale vergelijking lokt vaak angst uit, met name als het verschil tussen jou en de andere persoon groot is. Het is belangrijk om andere mensen als voorbeeld te nemen, die sterk op ons lijken, maar misschien in hun ontwikkeling net wat verder zijn gekomen dan we zelf. Voorbeeld-leren werkt uitstekend, maar alleen als het verschil tussen de lerende persoon en het model klein is. Als je zelf wilt gaan sporten is het goed om een vriendin als voorbeeld te nemen die voor niet al te lange tijd zelf begonnen is met bewegen. Als je gezonder wilt eten, kies je iemand die net wat gezonder eet dan jezelf, zonder dat het verschil groot is.

Pas op met zoeken van status, geld, prestige

geld financiele prikkels kunnen averechts werken (extrinsieke motivatie) Faalangst en prestatieangst

Status, geld, prestige en macht zijn zogenoemde “extrinsieke” motivatoren. Het najagen van extrinsieke doelen maakt ons zelden gelukkig en vaak angstig. Probeer daarom zo veel mogelijk naar “intrinsieke” doelen te streven, zogenaamde psychologische basisbehoeften. Met name het streven naar verbondenheid met andere mensen werkt angst sterk tegen. Vraag anderen om hulp en steun en geef zelf anderen hulp, vriendelijkheid en aandacht. Sociale verbondenheid werkt wonderen tegen angst!

Beteugel je ambitie

kleine stappen leren vernadern

Naast het kiezen van goede voorbeelden en het zoeken van verbondenheid met anderen is het essentieel, de ambitie te beteugelen. Ambitie maakt angstig. Probeer kleine, minimale stappen te plannen, die geen angst uitlokken, alleen misschien wel ongemak.

Als je bang bent om voor een examen te studeren (uitstelgedrag), ga je 10 minuten inplannen. In die minuten ga je alleen met het lesboek aan tafel zitten. Als je dit aankan, open je het boek. Ontspannen. Kijk naar de inhoudsopgave. Kan je dit aan zonder paniek? Probeer een pagina te vinden waar je minimaal 1 zin snapt. Ontspan. Zoek nog een zin. Als je een zin tegenkomt, die je niet snapt, schrijf die op. Ontspan. Vraag een studiegenoot of de docent over deze zin. Google die zin.

Als je er zelf niet uitkomt, zoek een psycholoog of coach. Bij faalangst kunnen enkele sessies genoeg zijn om je op weg te helpen!