DSM-5 en ADHD
Sinds 18 mei geldt een nieuwe standaard voor de diagnose van psychische aandoeningen, de zogenaamde DSM-5, opvolger van DSM-4. De DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) bestaat uit diagnoses van psychische ziektes en daar bijhorende symptomenlijsten en wordt uitgegeven en opgesteld door de American Psychiatric Association.
De DSM poogt ziektebeelden vergelijkbaar te maken en zorgt ervoor dat ziektebeelden via symptoomlijsten duidelijk gedefinieerd zijn. De DSM heeft grote invloed op ziektekostenvergoeding en op de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.
De kranten hebben al veel aandacht besteed aan de zeer problematische opgerekte definities van ziektebeelden in de nieuwe DSM-5. ( bijvoorbeeld Trouw 18 mei 201: “Zijn wij allemaal gek?”; de Volkskrant 18 mei “Wie is er straks gestoord?”). Veel van de nieuwe in de DSM-5 beschreven ziektebeelden zijn omstreden.
Terug naar Normaal
De grootste criticus van de nieuwe DSM-5 is de Amerikaanse psychiater Allen Frances, die nota bene zélf verantwoordelijk was voor de oude versie DSM-4. Frances was onlangs in Nederland naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek Terug naar Normaal, waarin hij erg kritisch is en vreest dat gezonde mensen ziek worden verklaart zodat de pillenfabrikanten hiervan nóg rijker worden.
ADHD
Hij vertelt over de stoornis ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder; hyperactiviteitstoornis), waarvan velen menen dat deze een modeziekte is die door farmaceutische bedrijven wordt geëxploiteerd, en die in de DSM-5 nóg breder wordt gedefinieerd. Het aantal mensen met ADHD dat medicijnen krijgt is de laatste decennia sterk gestegen, mede dankzij de DSM waarin de stoornis officieel werd erkend en dankzij het steeds meer gebuikte middel Ritalin. Frances zegt dat wereldwijd het aantal kinderen met de diagnose ADHD de afgelopen twintig jaar is verdrievoudigd, en de Volkskrant schrijft dat 200 duizend Nederlanders nu medicatie tegen ADHD nemen, een stijging van gemiddeld 14 procent per jaar.
Veel mensen zijn bang dat een te ruime ADHD diagnose leidt tot stigmatisering en tot problematisch pillengebruik. Velen vrezen ook dat kinderen, en dat met name jongens, te weinig ruimte krijgen om te bewegen of om af en toe baldadig te zijn, en met diagnoses en medicijnen tot aanpassing en rust worden gedwongen.
Historica Angela Crott doet onderzoek naar jongensopvoedboeken en is er tegen om drukke jongens te bestempelen als ADHD’ers. ‘Het is normaal jongensgedrag.’
“In oktober 2005 sprak het kinderrechtencomité CRC van de Verenigde Naties zijn zorgen uit over overdiagnose van ADHD en het te vaak voorschrijven van psychoactieve middelen. Het comité sprak zich uit voor meer studie naar de diagnose.” (Wikipedia)
Ook de politiek neemt nu stelling in het ADHD/Ritalin –debat:
Staatssecretaris Van Rijn wijst er op dat het voorschrijven van Ritalin tegen gedragsstoornissen onder jongeren de afgelopen jaren explosief is gestegen en wil nu een “gezinsregisseur” inzetten, die alle hulp coördineert en met steun van familie en vrienden het ‘opvoedkundig klimaat’ poogt te versterken om het sterk gestegen beroep op de jeugd-ggz te verminderen.
DSM-5 en ADHD
Maar de DSM-5 vergroot [!] nu de groep van ADHD-patiënten en dus van potentiële Ritalin-gebruikers, ten eerste omdat de stoornis nu ook bij volwassenen wordt vastgesteld, en ten tweede omdat de symptomen niet bij een leeftijd van minder dan zeven jaar voor het eerst moeten optreden, maar pas bij een leeftijd van 12 jaar.
Links:
Ritalin is geen snoepgoed
EMEA: Advies veilig gebruik van Ritalin (pdf)
Gezondheidsraad: Advies en Behandeling van ADHD
Landelijk kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie: Meer over ADHD
Ritalin geven aan kinderen is geen kindermishandeling (radio1)
Wetenschap 24 De zin van Ritalin
ADHD: in de hersenen of tussen de oren?
De ADHD-Hype
DSM5- dwangbuis of leidraad?
De duivelse DSM-5
De bijbel van de psychiatrie
Interview met Allen Frances over DSM-5 (CVZ magazine)