“Sturen bij de moslimburen – hoe Europa de democratie kan bevorderen” heet een nieuw inspirerend boek van Joost Lagendijk (GroenLinks) en Jan Marinus Wiersma (PvdA) . Beiden zijn lid van het Europees Parlement. In dit boek ( besproken op 8 november in de Volkskrant en de NRC) stellen de auteurs dat wij niet bang moeten zijn voor islamisten, maar de dialoog met hen aangaan en bewijzen dat democratie loont.
De auteurs pleiten voor een vergaande dialoog, ook bijvoorbeeld met de Hamas. (Dit gaat veel PvdA’ers, zo bijvoorbeeld minister Bert Koenders te ver, die zegt alleen te willen praten met organisaties die geweld afzweren). Ook de moslimbroederschap in Egypte verdient volgens het boek ten dele een positievere waardering. De Wasat-partij moet erkend worden om daarmee een steun te geven aan duidelijk gematigde islamisten.
Toch is er in het boek ook een kritische lijn uitgezet. In dialoog gaan met islamisten betekent juist niet alles te pikken. Joost Lagendijk is als voorzitter van de Turkije-delegatie van het Parlement nauw betrokken bij de gesprekken tussen de Unie en de Turken over het EU-lidmaatschap van Turkije. Voor hem is het vanzelfsprekend dat Turkije de afspraken over vrijheid van meningsuiting en rechtstaat moet nakomen voordat Turkije lid van de EU kan worden. Door het onderhandelingsproces heeft de EU juist een positie om Turkije de goede kant op te helpen.
De auteurs geven in het hoofdstuk “Islamisten aan de tand voelen” – in navolging van de Amerikaanse denktank Carnegie Endowment for International Peace – een nuttige waslijst van kritische hoofdpunten, die gebruikt kunnen worden om islamitische organisaties of politici onder de loep te nemen ( ik heb de verklarende tekst ingekort en bijwerkt, in het boek worden veel meer voorbeelden gegeven)
1 Wat heeft voorrang, de sharia of de constitutionele democratie? Zijn de islamisten bereid zich te houden aan de regels van de constitutionele democratie? Ook wanneer er wereldse wetten worden aangenomen die zij niet in overeenstemming achten met de wet van Allah, de sharia? Zullen zij zich in hun verzet daartegen beperken tot democratische middelen? In navolging van de Turkse Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) vergelijken mediterrane islamisten zichzelf steeds vaker met de christendemocratische stroming in Europa, om hun democratische gezindheid te onderstrepen. Maar accepteren zij dan ook, net als de christendemocraten, dat het aan de parlementen en rechters is om te bepalen welke wetten toelaatbaar zijn? Of zullen zij, eenmaal aan de macht gekomen, deze toetsing toevertrouwen aan islamitische geleerden, die de wereldlijke autoriteiten kunnen overrulen?
2 Wordt een splitsing van religieuze beweging en politieke partij nagestreefd? […] Godsdienst en politiek zijn twee zeer verschillende domeinen. Religie draait om absolute waarheden en de vrijwillige onderwerping daaraan door gelovigen. Politiek is een zaak van botsende meningen en belangen, van discussie en compromissen met andersdenkenden. Krijgen de politieke vertegenwoordigers […] van de religieuze leiding de vrijheid om hun oor te luisteren te leggen bij de kiezers, eigen standpunten te ontwikkelen en compromissen te sluiten? Die politieke ruimte is van levensbelang, want zij bepaalt in hoge mate of islamisten pragmatisch om kunnen gaan met morele kwesties die raken aan de sharia. Vraagstukken zoals het dragen van sluiers of het gebruik van alcohol, waarvan modale kiezers doorgaans minder wakker liggen dan religieuze scherpslijpers.
3 Hoe verloopt de interne besluitvorming? […] Deze vraag slaat ook terug op de EU zelf. In openheid en democratische controle blijft haar buitenlandpijler achter bij andere Europese beleidsterreinen. Europese diplomaten en islamisten kunnen wederzijds vraagtekens plaatsen bij elkaars geloofwaardigheid.
4 Houden religieuze en etnische minderheden gelijke rechten? […] Kunnen zich ook niet-moslims aansluiten bij een pratij/organisatie? Interne pluriformiteit moet nagestreefd worden.
5 Welke rechten hebben vrouwen? […] Hoe is de opstelling ten opzichte van scheidingsrecht, erfenissen en de toegang tot publieke functies? In sommige landen leveren de islamisten meer vrouwelijke parlementariërs dan de seculiere partijen. Om te beoordelen wat vrouwen te vrezen hebben van de islamisten, moeten we hun standpunten en praktijken afmeten aan de standaarden van de regio, niet aan onze Europese maatstaven. Tegelijk mag Europa haar eigen opvattingen over gelijkberechting van vrouwen en seksuele minderheden niet verloochenen. Een debat hierover met islamisten is niet per se zinloos. We kunnen erop wijzen dat het beroep op de universele mensenrechten de islamisten een politiek wapen in handen geeft tegen hun onderdrukkers. De EU-eis van respect voor de mensenrechten helpt de AKP in Turkije om, heel voorzichtig, belemmeringen voor gelovigen weg te nemen. Maar dat beroep op mensenrechten verliest aan geloofwaardigheid als deze rechten uitsluitend de vrijheid van de islam is ten mogen dienen, niet die van mensen met modernere levensstijlen. Egypte heeft zich aan het Internationaal Verdrag inzake Civiele en Politieke Rechten gebonden, maar ook aan het Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie tegen Vrouwen. Als zij selectief keuzes maken uit deze verplichtingen doen de islamisten hetzelfde als de zittende regimes.
6 Worden internationale verplichtingen nageleefd? Die vraag geldt voor mensenrechtenverdragen, maar ook voor de akkoorden tussen Egypte en Israël.
7 Wat is het sociaaleconomische programma? Een liefdadigheidsnetwerk runnen is iets anders dan een staat besturen en een economie draaiende houden. Welke instrumenten willen de islamisten inzetten voor een eerlijker spreiding van inkomen? Hoe staan zij tegenover privatiseringen? Welke waarborgen komen er tegen cliëntelisme. Geen land is autarkisch. Economische keuzes kunnen grote gevolgen hebben voor internationale handel en investeringen.
Zo ver “Islamisten aan de tand voelen”.
Ik vind deze lijst prima, alleen voldoen tal van Europese organisaties en partijen niet aan deze criteria….