Robots opvoeden met de ontwikkelingstheorie van Piaget en Vygotski

https://mitpress.mit.edu/books/developmental-robotics
Met interesse heb ik gezien dat de cognitieve ontwikkelingstheorieën van Piaget en Vygotski zeer actueel zijn bij de “opvoeding” van robots. In tal van artikelen en boeken worden deze ontwikkelingspsychologen aangehaald in het kader van “Developmental Robotics”.
Developmental Robotics (ontwikkelingsrobotica) is een wetenschappelijke discipline die ontwikkelingsmechanismen bestudeert, die het mogelijk maken dat robots net als mensen levenslang zelfstandig nieuwe vaardigheden en nieuwe kennis kunnen verwerven.
Als wij robots willen die ons kunnen bijstaan bij allerlei taken (sociale robots in de verpleging bijvoorbeeld) moeten de robots eerst opgevoed worden, een beetje zo als mensenkinderen.
Net als bij mensen moet het leren bij robots cumulatief zijn en geleidelijk steeds complexer worden en moet het leren een resultaat zijn van zelf-exploratie van de wereld in combinatie met sociale interactie. Het gaat hierbij om een dynamische ontwikkeling en levenslang leren, dat wil zeggen het vermogen van een organisme om voortdurend nieuwe vaardigheden te verwerven.
De ontwikkelingsrobotica gebruikt theorieën en modellen uit o.m. de cognitieve ontwikkelingspsychologie, zoals het stadia-model van Jean Piaget. Door de toepassing op robots worden deze theorieën bovendien verder getoetst en verfijnd.
Developmental Robotics zijn geïnteresseerd in hoe zich het controlesysteem van één specifieke robot ontwikkelt in de loop van de tijd. Het concept van een adaptief intelligente machine staat centraal. DevRobs richten zich op belichaamde en gesitueeerde sensomotorische en sociale vaardigheden, niet op abstracte symbolische problemen. Het vakgebied richt zich op taak-onafhankelijke structuren en leermechanismen: de robot moet nieuwe taken kunnen leren die de technicus die machine construeert zelf nog niet kent!
Onderzoeksvragen uit de ontwikkelingsrobotica:
- Kan een robot leren als een kind?
- Kan een robot vele verschillende vaardigheden en nieuwe kennis leren, die nog niet bekend zijn op het moment wanneer de robot gebouwd wordt, en dit alles in een veranderende en deels nog onbekende omgeving?
- Hoe kan een robot zijn lichaam en zijn relaties met de fysieke en sociale omgeving ontdekken?
- Hoe kan een robot zijn cognitieve capaciteiten voortdurend ontwikkelen, ook na het verlaten van de fabriek, en zonder interventie van een technicus?
- Wat kan de robot door natuurlijke sociale interacties met mensen leren?
Alan Turing had deze vragen al in 1950 gesteld, maar pas nu wordt dit systematisch onderzocht.
De onderzoeksprojecten in de ontwikkelingsrobotica hebben meestal ten doel, dat robots dezelfde vaardigheden verwerven als mensen.
Een eerste belangrijke categorie hiervan is het verwerving van sensomotorische vaardigheden, zoals Jean Piaget dit ook beschrijft in zijn stadia-model. Daarbij hoort de ontdekking van het eigen lichaam, inclusieve de structuur van het lichaam, coördinatie van beweging, en werken met werktuigen.
Een tweede categorie van vaardigheden die robots moeten leren zijn sociale en linguïstische vaardigheden: het spelen van eenvoudige sociale spelletjes, gecoördineerde interactie, taal en de verbinding van taalkundige vaardigheden met sensomotorische vaardigheden en dus begrip van de echte wereld.
Later in zijn ontwikkeling moet de robot cognitieve vaardigheden leren zoals het verschil tussen zelf en niet-zelf, aandacht kunnen richten, categoriseren. Op een hoger niveau moet de robot ook waarden en moraal leren, empathie en een “Theory of Mind” (begrip voor het perspectief van een ander).
……Later meer hierover!
Maria Trepp, docent Ontwikkelingspsychologie
One Response to “Ontwikkelingspsychologie en Ontwikkelingsrobotica”
Leave a Reply
Meest recente berichten
- Betrokken vaders, zorgzame mannelijkheid
- Empathie-kritiek: Is empathie altijd goed?
- Waar komt zelfkennis vandaan?
- Ontwikkelingspsychologie en Ontwikkelingsrobotica
- Radicalisering: the “Staircase to Terrorism”
- Emotionele stabiliteit en neuroticisme
- Emotiekennis
- Levenslooppsychologie en Nestor-effect
- Psychologen over martelen
- Empathie – genderverschillen
- Sociale psychologie: nieuw onderzoek omstandereffect
- De actualiteit van Eriksons levenslooptheorie
- Persoonlijkheidsverandering in de loop van het leven
- Bestaat de midlife crisis?
- Pluralistische onwetendheid- sociale psychologie
- Posttraumatische groei – nieuw onderzoek
- Traumabehandeling: EMDR versus (Progressive) Counting
- Aangeleerde hulpeloosheid: psychologen die folteren #APA
- Angst kan mensen bij elkaar brengen
- Psychologen en martelen
- Aandacht maakt gelukkig
- Synesthesie en intelligentie
- Aantekeningen bij het Stanford Prison Experiment
- Onrealistisch optimisme
- Politieke diversiteit in de Sociale Psychologie
- Beter snel of langzaam praten voor publiek?
- Onethisch psychologisch onderzoek op Facebook
- Linker- en rechterhersenhelft en muziek
- Kritiek op ritalingebruik interview in de Volkskrant
- Debat over #ADHD
- Muziek en het brein: Herhaling en anticipatie
- Steeds meer zware bijwerkingen #antidepressiva bekend
- Lentemoeheid/ Lentedepressie
- Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK, somatoforme stoornis)
- Virtuele buddy voor kinderen die gepest worden
- Interacting with women can impair men’s cognitive functioning
- Middagdutjes verhogen productiviteit
- Digitale dementie- in tegendeel!
- DSM-5 en ADHD
- John Everett Millais en de prerafaëlieten
- Maatschappelijke polarisatie: voor en tegen
- Nietzsche en het anti-antisemitisme
- Aandacht
- Beperkt houdbaar: Baudrillard over het lichaam als vijandig object
- Belonen beter dan straffen
Archief
- juni 2018
- oktober 2017
- augustus 2017
- januari 2017
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- juli 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- juni 2014
- maart 2014
- juli 2013
- mei 2013
- mei 2010
- juni 2009
- januari 2009
- mei 2008
- maart 2007
- november 2006
[…] Klik hier om meer te lezen […]